Iris woont met haar gezin in Napels: 'Ik leef hier veel meer op gevoel.'
Delen

Iris woont met haar gezin in Napels: ‘Ik leef hier veel meer op gevoel.’

Toen Iris haar man Peppe ontmoette, gaf hij al vrij snel aan dat hij terug zou willen naar Napels. Met een dubbel gevoel ging Iris met hem mee. Nu hebben zij samen een gezin in Napels en vertelt Iris over hun leven in Italië.

Waarom naar Napels?

De reden van de verhuizing van Iris is omdat zij haar man Peppe ontmoette. Peppe komt oorspronkelijk uit Napels, maar woonde destijds in Nederland. Peppe spreekt Nederlands, dus besefte Iris in de eerste instantie niet uit wat voor andere wereld hij kwam. Totdat hij haar voor de eerste keer meenam naar zijn moeder. Toen Iris met Peppe samen was, gaf hij al vrij snel aan dat hij terug wilde naar Napels. Iris: ‘Ik werkte op dat moment op een basisschool in Amsterdam-Oost en ik wilde eigenlijk ook wel iets anders, maar wist niet zo goed wat ik dan precies wilde. Toen besloot ik om met hem mee te gaan naar Napels. Dit was in 2005, ik was toen 29. Eigenlijk had ik nooit iets met Italië en al helemaal niet het idee om ooit weg te gaan uit Nederland, dus het was echt spontaan. Ik heb stap voor stap gekeken of het goed voelde en of ik er mee door wilde gaan. Het is dan ook geen heldhaftig verhaal van een droom die ik altijd al wilde waarmaken, ik vond het de eerste jaren zelfs heel erg moeilijk.’

‘Er zat maar een hele korte periode tussen het idee om terug te gaan en de uitvoering. We hadden gezegd dat als één van ons een baan zou vinden met een contract (dat is best wel moeilijk in Napels), we dan definitief zouden gaan. Toen vond Peppe die. We zijn die zomer naar Napels gegaan en in die tijd had Peppe ook zijn sollicitatiegesprek. Nadat hij aangenomen was hebben we samen een fles wijn gedronken met het idee ‘dronken mensen spreken de waarheid’. Normaal gesproken drink ik nooit, maar als we het na die fles wijn nogal een goed idee zouden vinden, zouden we in Napels blijven. En dat gebeurde ook. In oktober zaten we toen in Napels. Ondertussen hebben we ook 2 kinderen: Vincent (16) en Esmee (13). Zij zijn allebei geboren in Italië en tweetalig opgevoed. Qua talen is het echt een mengelmoesje bij ons thuis. Ik praat altijd nog wel Nederlands met Peppe, terwijl hij vaak ook in het Italiaans antwoordt.’

Eerste stappen

Eenmaal aangekomen in Napels is Iris gelijk begonnen met het leren van de taal. Het huis van Iris en Peppe was niet niet klaar, dus logeerden zij samen bij de familie van Peppe. In die periode ging Iris wel drie keer per week naar school. Zo heeft zij in het eerste jaar ontzettend veel plaatsen bezocht en de taal geleerd. Iris: ‘Deze plaatsen bezocht ik niet alleen in Napels, maar ook rondom Napels. Eilanden, musea, kerken… Ik liep uren door de stad heen en wilde alles ontdekken. Nu spreek ik vloeiend Italiaans. Niet alleen door de taalcursus, maar doordat ik aan het werk ging en in contact kwam met Italiaanse mensen. We kregen op een gegeven moment ook kinderen, dus dan krijg je ook te maken met artsen, het ziekenhuis en dat soort dingen. Stap voor stap ging het al beter. Toen ik op het punt was dat ik grapjes kon maken en ze ook kon begrijpen wist ik dat het goed zat, maar het is natuurlijk nooit perfect.’

Carrière in Napels

Nadat Iris haar man Peppe een baan had gevonden in Napels, moest zij zelf natuurlijk ook weer aan het werk. Iris was leraar, maar maakte na een tijdje toch een carrièreswitch. Iris: ‘Ik ben na een tijdje in Napels reisbegeleidster geworden. Hoe dit zo is gekomen vind ik een heel leuk verhaal. Toen ik in Napels aankwam begreep ik hier eigenlijk vrijwel niks. Het is natuurlijk wel Europa, maar de cultuur is hier zo anders dan in Nederland. In de eerste periode was het hier ook best moeilijk om te wonen. Er was een afvalcrisis en er was een clan-oorlog gaande, dus het voelde niet fijn en niet veilig. Daarna heb ik een verandering gezien en begon de stad zich steeds meer te ontwikkelen. Later heb ik ook een reisgids mogen schrijven over Napels: Time to Momo. Er wordt daar altijd een Nederlandstalige voor gekozen die woont op de plek zelf, dus toen heb ik dat mogen doen. Ik heb mijn baan als leraar opgezegd en ben toen de stad in gedoken. Het enige verschil met de vorige keer toen ik dat deed, was dat ik nu de taal sprak. Ik verdiepte me in de geschiedenis en begreep toen heel veel van wat ik in de jaren ervoor eigenlijk nooit begreep. Ik werd toen zo verliefd op de stad dat ik die op een of andere manier wilde uitlichten. Toen ben ik een website gestart en een blog gaan schrijven en vroegen veel mensen aan mij of ik met hun een rondje door de stad wilde doen. Dat ben ik toen gaan doen. Als mensen hier naartoe komen probeer ik hen altijd een positieve ervaring te laten hebben. Niet dat zij met het klassieke verhaal naar huis gaan over de ‘vieze chaotische stad’, maar dat zij echt de geheimen leren kennen. Ik heb dus eigenlijk van mijn nieuwe thuis, mijn werk gemaakt. Mijn man is uiteindelijk ook overgestapt naar het toerisme. Hij werkt nu voor VisitItaly en zij promoten onder andere Napels, maar ook de rest van Italië. Peppe en ik werken ook wel eens samen, we helpen elkaar.’

‘Een normale werkdag voor mij is dan ook echt heel vrij. Ik kan zelf helemaal invullen wat ik ga doen. Heb ik aanvragen voor een rondje door de stad, doe ik dat. Zo niet, ga ik schrijven of ben ik bezig met mijn website. Ik heb tijdens COVID ook een kinderboek geschreven over de stad, toen ik wat minder te doen had. Zo zijn er nog veel meer dingen die me bezighouden op een dag. Ik vind mijn werk ook ontzettend leuk en ben van plan om dit ook in de toekomst nog te blijven doen’, aldus Iris.

Twijfels?

Bij emigreren kunnen natuurlijk ook twijfels komen kijken. Je komt in een ander land terecht, met een andere cultuur en andere mensen. Iris vertelt wat haar ervaring hiermee is geweest. Iris: ‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik me in het eerste jaar best wel onveilig voelde en ik begreep heel veel dingen niet. Ik was heel erg Nederlands, had overal kritiek op en wilde overal controle over hebben. Dat kon helemaal niet hier. Ik heb daar in het begin best wel wat moeite mee gehad en heb dus echt een proces doorlopen waarin ik zelf moest veranderen om alles hier te kunnen accepteren. Uiteindelijk heeft dit mijn leven verrijkt, dus ik ben blij dat ik het wel doorgezet heb. Al waren dat momenten waarop er toch wel twijfels in mij naar boven kwamen.’

Italiaanse vrienden

‘Een vriendenkring is moeilijk om op te bouwen hier’, vertelt Iris. ‘Het is vaak in een wat meer internationaal cirkeltje. Het probleem is dan ook dat de meeste mensen hier altijd weer weggaan. Ik heb zoveel vrienden alweer verloren, omdat die na een paar jaar gewoon weer naar een andere plek vertrokken. Het kost over het algemeen ook veel energie om een band op te bouwen met een Italiaan. Al spreek ik Italiaans, het blijft toch mijn tweede taal. We hebben niet dezelfde geschiedenis, niet dezelfde herinneringen… Laatst waren we toevallig op een feestje met onze Italiaanse vrienden en daar werd allemaal muziek gedraaid die iedereen mee kon zingen. Ik niet. Ik had het nog nooit gehoord. Dat komt dan uit hun jeugd, ik weet daar niets vanaf. Ik moet zeggen dat dat soms ook best een beetje eenzaam aanvoelt’, aldus Iris.

Iris: ‘Mijn eigen familie en vrienden spreek ik natuurlijk ook gewoon nog, maar daar blijven er wel maar een paar van over. Familie blijft natuurlijk altijd, maar bij vrienden is dit toch anders. Soms merk je ook dat je graag dingen zou willen delen, maar hen niet bezorgd wil maken. Ze begrijpen vaak ook niet helemaal in wat voor situatie je dan zit. Alleen een paar hele goede vrienden blijf je regelmatig spreken. Als je gaat emigreren en dat vertelt tegen de mensen om je heen, krijg je daar natuurlijk altijd wel reacties op. De mensen in mijn omgeving vonden het vooral spannend, maar ze waren wel enthousiast. Het heeft ons ook wel veel gebracht. Ze komen af en toe bij ons logeren, dus je krijgt ook wel weer een diepere band met familie bijvoorbeeld. Het is allemaal een beetje dubbel, en dat blijft het denk ik altijd.’

Anders dan in Nederland

Een leven in Italië is vanzelfsprekend heel anders dan een leven in Nederland. Iris vertelt dat het grootste verschil het gevoel van leven is. Iris: ‘Ondanks dat het leven hier zwaarder is op economisch vlak en hoe de dingen hier geregeld zijn, voelt het toch lichter. Dit is denk ik omdat er meer kan, en omdat het licht anders is. Ik zit nu ook heerlijk in de zon. Dat helpt heel veel. Elke dag heb ik wel momenten dat ik rond rij, de zee zie en gewoon geniet van de omgeving. Het inspireert me, het is nooit saai. Al zit er geen structuur in, niet zoals in Nederland, vind ik het toch wel heel fijn. Ik heb behalve familie en vrienden dan ook niet echt iets waarvan ik zeg; dat mis ik aan Nederland. Ik vind het prima hier. Het scheelt natuurlijk enorm dat ik nu werk heb waar ik heel erg van geniet en mijn eigen familie hier heb opgebouwd. Het is ook niet zo dat ik hier geen fijne mensen om me heen heb. Al zijn het meestal korte contacten, het voedt me wel. Ik heb vaak hele fijne en diepe gesprekken met mensen.’

‘Een van de grootste bevrijdingen van toen ik hier kwam wonen, is dat mijn agenda de deur uit ging. In Nederland hadden we die heel erg, waardoor je vaak al drie weken van tevoren wist dat je op woensdagavond met de buren moest uiteten. Ik was altijd degene die afbelde die avond, want dan had ik geen zin. Ik denk dat de mensen in Nederland niet beseffen hoe zwaar het is om die agenda te hebben. Dat is echt wel een levensles die ik heb gehad hier, waardoor ik veel lekkerder door het leven ga. Ik leef hier veel meer op gevoel’, aldus Iris.

Toekomstplannen

‘Zoals ik het nu voor me zie blijven we hier voorlopig wonen. Op dit moment is het goed, maar ik heb sinds ik hier ben ook geleerd om in het moment te leven. Napels is een best wel bewegelijke plek en wij wonen ook in een erg vulkanisch gebied, dus ik ben me er wel constant van bewust dat er altijd iets kan gebeuren. We weten dat er een aardbeving kan komen en je moet maar hopen dat de vulkanen rustig blijven. Het kan opeens allemaal veranderen. Ons voordeel is dat we altijd nog een uitwijk hebben en altijd terug kunnen naar Nederland.’

Bron en Beeld: Iris de Brouwer

Delen